DE BÖKKERS GESCHIEDENIS
Hij werd er geboren en keek als peuter vanuit zijn kinderstoel hoe zijn vader de granen vermaalde. Zijn toet wit van het meel. Bastiaan Bökkers, molenaar in hart en nieren, runt De Bökkers Mölle in Olst. Bökkers is een echte molenaars familie. Sinds 1789 in één rechte lijn van vader op zoon. Begin deze eeuw nam Bastiaan het stokje van zijn vader Henk Bökkers over. Naast molenaar is Bastiaan gediplomeerd brood en banketbakker.
1729
1729 werd op deze plek een pelmolen opgericht, die enkele jaren later werd uitgebreid tot pel- en oliemolen. De molenaar was Antoni Knippenberg.
1866
In 1866 werden molen en pakhuis getroffen door brand. Toenmalig eigenaar Jan Strunk liet het bedrijf herinrichten als stoomolieslagerij. De achtkanten stenen onderbouw, die de brand had overleefd, werd voorzien van een dakje en er werden een machine/ketelhuis met fabrieksschoorsteen en een grote opslagloods bijgebouwd.
1874
In 1874 werd de olieslagerij al opgeheven en in de gebouwen een broodfabriek met eigen stoommeelfabriek gevestigd. Later kwam er in de grote loods nog een vleesfabriek bij, met een rosmolen voor aandrijving van een worstmachine.
1894
In 1894 werd het inmiddels leegstaande complex gekocht door korenmolenaar Hooglucht uit Heino. Deze liet in 1895 door molenmakerij Ten Zijthoff uit Deventer op het sinds 1866 onbezette onderachtkant een nieuwe windmolen bouwen en richtte die in als korenmolen.
1938
In 1938 kwam de molen aan de familie Bökkers, die tot 1993 eigenaar bleef. Molenaar H. Bökkers maalde tot 1961 op windkracht; daarna ging dit niet meer, omdat de molen op diverse punten gerestaureerd moest worden. Enige jaren moest op herstel worden gewacht, maar ondertussen werd er wel volop elektrisch gemalen. In 1969/’72 volgde een grote restauratie (al in 1969 kon de windkracht door Bökkers weer worden benut) waarmee de molen weer in vol bedrijf kwam. Er werd volop gemalen voor warme bakkers en rogge gebroken voor de vele roggebroodfabriekjes in Deventer, Apeldoorn en Almelo. Het uiterlijk van de molen onderging een opvallende gedaantewisseling: achtkant en kap werden met riet gedekt. Vanaf de (her)bouw in 1895 was dit altijd dakleer geweest.
1980
Tot 1980 was meester-molenaar Hendrik Bökkers (mede-oprichter van het Ambachtelijk korenmolenaarsgilde) eigenaar; daarna stond zijn broer Hans aan de maalbak.
In 1990 verkocht Hans Bökkers de molen aan de Stichting Bökkers Mölle
Nu na 25 jaar heeft de jongste telg, Bastiaan Bökkers het pand teruggekocht, waardoor er weer een echte Bökkers in de Mölle is!
De Bökkers Mölle overleefde de oorlog
In 1938 koopt J.F.A.(Johannes) Bökkers, zoon uit een molenaarsgeslacht te Ootmarsum, de stellingkorenmolen van Wilhelmus Hooglugt te Olst.
Als na 2 jaar de oorlog uitbreekt wordt de molen al snel onder toezicht van de Duitsers geplaatst. Dit was niet zo moeilijk daar de bezetter in de vleesfabriek van Zendijk, tegenover de molen, ook al toezicht had gelegerd.
De oorlog betekende allerlei extra activiteiten voor Bökkers en zijn collega Steenbruggen op de molen van Welsum aan de overkant van de rivier.
Mensen die over de IJssel voedsel kwamen zoeken liepen groot gevaar dat het moeizaam verworven graan ,bij de pont, in beslag werd genomen. Bökkers nam het graan in, en schreef een tegoedbon uit. Op het inleveren van de bon verstrekte Steenbruggen dan weer de hoeveelheid graan., en omgekeerd kon dat ook. Als er Duitsers in of bij de molen waren dan zette moeder Bökkers een bezem omgekeerd bij de keukendeur om mensen te waarschuwen weg te blijven. Molenaarsknecht Bernard Makkinga werd meer malen door de Duitsers meegenomen voor verhoor om te zien of hij iets over zijn baas wilde vertellen.
In die jaren waren er geregeld onderduikers , als knecht, werkzaam op de molen en voor de kinderen van Bökkers waren dit “Ooms”. Toen het 5 jarige zoontje ( Henk ) dit argeloos in het dorp vertelde leverde dit hem een stevige uitbrander op.
Als er een razzia op komst of gaande was dan zette de molenaar de wieken in het kruis om de omgeving te waarschuwen.
De Duitsers hadden in de molen een grote partij in beslag genomen graan opgeslagen en Bökkers maalde daar clandestien van. Door het uiteindelijk overhaaste vertrek heeft de bezetter dit niet meer opgemerkt daar dit anders zeker gevolgen gehad zou hebben.
Toch was de oorlog de molen bijna noodlottig geworden. Toen de Canadezen op 11 april 1945 de IJssel overtrokken kwamen de Duitsers in het nauw. In de nacht van 12 op 13 april hoorde Bökkers geluiden in de molen en ging poolshoogte nemen. De Duitsers waren bezig 2 , niet ontplofte, Engelse vliegtuigbommen van ontstekers te voorzien om de molen op te blazen.
De familie Bökkers moest hals over kop het huis verlaten en in het dorp een goed heenkomen zoeken.
Toen de Canadezen de volgende dag de Duitsers verdreven hadden ging Bökkers schoorvoetend kijken wat er van zijn molen was blijven staan. Tot zijn grote vreugde was 1 bom niet ontploft en de ander was slechts ‘gescheurd ‘ en had alleen de ramen en deuren uit de molen geblazen. Dit opengescheurde exemplaar staat nog steeds opgesteld aan de voet van de molen.
Opgetogen rende Bökkers terug naar zijn vrouw, roepend “De Mölle steat der noch”.
De Bökkers Mölle in het heden
Bastiaan Bökkers is de jongste telg van de Bökkers familie. En ook hij is molenaar geworden! Bastiaan is de zesde generatie molenaars van Bökkers in één rechte lijn van vader op zoon. Sinds 1789.
Jaren lang heeft hij samen met zijn vader Henk Bökkers graan gemalen met Molen de Ooievaar in Terwolde. Voor bakkers, slagers, pannenkoekhuizen maar ook voor molens in de wijde omgeving.
Na vele jaren in Terwolde tonnen graan gemalen te hebben kwam de eigenaar van restaurant De Bökkers Mölle (Harry Harmsen) naar de familie om mede te delen dat hij wel graag zijn restaurant wilde verkopen, maar dan het liefst aan een Bökkers. Het was een droom die uit kwam!
Vanaf woensdag 29 juli 2015 is Bastiaan Bökkers, de trotse eigenaar van De Bökkers Mölle op de dijk in Olst. Na 25 jaar keert hiermee de familie Bökkers terug naar onze familiemolen!